Ook in de kwestie-Gaza is de universiteit minder gepolariseerd dan ze lijkt
Verschenen in Trouw, 20 september 2025
Je kunt, heb ik me laten vertellen, altijd beter wel dan niet genoemd worden, maar toch: fraai stonden we er als universiteiten niet op, in de troonrede. Niets over ons onderwijs of onderzoek, zelfs het woord ‘innovatie’ viel niet. In plaats daarvan werden we opgevoerd als – letterlijk – schoolvoorbeeld van polarisatie in de samenleving.
Want, zo liet het kabinet de koning zeggen: ‘Helaas lijken in Nederland mensen steeds vaker tegenover elkaar te staan, op straat, online, op universiteiten en niet in de laatste plaats ook in Den Haag’.
Dat ze in het kabinet (‘Den Haag’) liever elkaar de ogen uitsteken dan het land besturen is bekend, en op straat en online zijn zoveel mensen dat er ongetwijfeld een deel tegenover elkaar staat, maar pasten de universiteiten echt in dit rijtje?
Afgelopen weekend las ik in de Volkskrant een interview met bestuurskundige Thomas Schillemans, wiens betoog er juist op neer kwam dat we op de universiteiten te weinig gepolariseerd zijn. De universiteiten laten, aldus Schillemans, maar één geluid horen, een centrumlinks geluid. Schillemans heeft onderzocht hoe universiteiten zichzelf op hun websites presenteren (‘over ons’), en zag dat ze daarbij allemaal dezelfde linksige thema’s naar voren brachten: denk aan duurzaamheid en diversiteit.
Door het alleen daarover te hebben, waarschuwde Schillemans, vervreemden universiteiten zichzelf van het deel van de samenleving dat minder met die thema’s heeft – waarom schrijven universiteiten nooit trots over, bijvoorbeeld, hun onderzoek naar criminaliteit?
Goed punt. Bovendien ben ik dol op missies, visies en andere vergezichten, dus ik toog meteen naar de website van mijn eigen Universiteit Utrecht. Onder het kopje ‘wie wij zijn’ vond ik een foto van het regenboogfietspad op onze campus (het grootste ter wereld!) – ik vroeg me af of Gouke Moes hiervan wist. Gezellige plaatjes van fotogenieke studenten en collega’s, van wie ik er twee herkende, beide al jaren vertrokken.
Ik las dat we samen werken aan een betere wereld, het ging over duurzaamheid, welvaartsdeling, diversiteit, eindeloos veel openheid. Iedereen is welkom, stond er – nee, hier was interne polarisatie geen sprake.
Maar wat je ziet, hangt af van waar je kijkt. En het kabinet keek heel ergens anders dan op de academische websites: in de echte wereld, bij de pro-Palestijnse demonstraties aan de universiteiten. Daar lijken inderdaad mensen tegenover elkaar te staan op een manier die het constructieve debat niet per se bevordert.
Toch denk ik dat ook in de kwestie-Gaza de universiteit minder gepolariseerd is dan ze lijkt. Dat is lastig te zien, omdat de demonstranten de aandacht voortdurend op één punt richten: de samenwerking met Israëlische universiteiten. Daarover bestaan inderdaad verschillende meningen, die niet altijd even beschaafd geuit worden.
Voor mij voelt het debat over die samenwerking steeds meer als academische haarkloverij: theoretisch interessant, maar voor de helse praktijk in Gaza met de dag irrelevanter – wat de Nederlandse universiteiten ook doen, Netanyahu houden ze er niet mee tegen.
En steeds weer over het handjevol samenwerkingen met Israëlische instellingen beginnen, ontneemt ons het zicht op waar we het allemaal over eens zijn: dat de genocide in Gaza moet stoppen, en dat het kabinet zich daar veel te weinig voor inzet. Dat is het sentiment aan de universiteiten, en daarmee hebben ze, denk ik, Schillemans zegen, want hierin volgen ze het sentiment in de samenleving.
Aan de universiteiten, op straat en online, overal staan de mensen naast elkaar. Ga maar na: heeft u onbegrip, ophef of verontwaardiging gehoord toen de academische ziekenhuizen lieten weten zwaar gewonde en ernstige zieke kinderen uit Gaza te willen behandelen?
Natuurlijk niet. Want waar zou het voorstel om een peuter met acute lymfatische leukemie een levensreddende behandeling te geven nou kunnen ontaarden in een gepolariseerd debat?
Niet aan de universiteiten.