Leve de vakbond!

Verschenen in Trouw, 9 september 2023

In de hoop op een beter academisch systeem, heb ik de laatste jaren de nodige actiebijeenkomsten bezocht. Als ik daar iets geleerd heb, dan is het dit: arbeidsomstandigheden verbeteren is een vak, en niemand beheerst dat beter dan de vakbond. Vakbondsmedewerkers snappen het systeem, weten waar je wanneer moet zijn, hebben het geduld om met kleine stapjes verbetering te bereiken, en weten ook hoe je effectief escaleert naar grootschalige acties als die kleine stapjes niet voldoen. En bovendien begrijpen ze dat je op een lege maag geen actie kunt voeren – iets wat academici, die graag pretenderen meer geest dan lichaam te zijn, nog wel eens vergeten.

Als je wilt weten of de vakbond betrokken is bij een actiebijeenkomst, hoef je dan ook alleen maar naar de catering te kijken. Bij demonstraties zijn er altijd mensen in windjacks die vanachter een tafeltje koffie, thee en gevulde koeken verstrekken, en rond lunchtijd ook broodjes kaas.

Ook afgelopen maandag, bij de alternatieve opening van het academisch jaar, was er weer zo’n tafeltje. Wel waren daarbij de windjacks vervangen door T-shirts. En ook op een andere manier hadden de bonden op de hoge temperaturen geanticipeerd: er was een mocktailbar. Twee barmannen mixten daar verfrissende drankjes die veel beter smaakten dan hun ludieke namen (Stress on the Beach, Bloody Academia, Depression Drink) deden vermoeden.

Met een Burnout Bubbles (limoen, bitter en gemberbier) in de hand luisterde ik naar de sprekers, die ons vertelden wat er allemaal mis was aan de universiteit: te veel hiërarchie, te weinig sociale veiligheid, te veel tijdelijke contracten. Allemaal waar, en allemaal heel belangrijk om te blijven herhalen, want er gaat nog veel mis aan de universiteit.

Maar er gaat ook steeds meer goed. Het lukt universiteiten steeds beter wetenschappers niet alleen op hun publicaties te beoordelen, Trouw schreef er dinsdag nog over. Langzaam komen er meer vaste contracten. Sociale veiligheid is op alle universiteiten in ieder geval een gespreksthema. En met een beetje geluk hebben we nog dit academisch jaar eindelijk een universiteitsbestuur dat het aandurft om niet meer alleen hoogleraren maar álle wetenschappers een toga te laten dragen bij academische plechtigheden.

Aan al die verbeteringen hebben heel veel mensen bijgedragen. Activistische academici, die alleen of in groepsverband deze thema’s blijven aankaarten. Vooruitstrevende bestuurders die luisteren, zich laten overtuigen, en daadwerkelijk dingen veranderen. En natuurlijk ook de vakbond, met de resultaten die ze elk jaar boeken bij de cao-onderhandelingen. Het gaat langzaam, en moeizaam, maar als je de cao’s van nu vergelijkt met die van tien jaar geleden, gaat het onmiskenbaar de goede kant op.

En de bond gaat onvermoeibaar door. Op de alternatieve opening vertelden ze over hun inzet voor de komende cao-onderhandelingen. Meer vaste contracten, natuurlijk, en minder hiërarchie. Maar ook: nivellering. De lonen moeten omhoog (want inflatie), maar wat de bond betreft stijgen de lage schalen meer dan de hoge. Zelf zou ik zeggen: laat de stijging in de hogere schalen maar helemaal zitten, want wij wetenschappers met een vaste aanstelling hebben allerlei uitdagingen, maar onderbetaling hoort daar niet bij.

Zelfs de meeste wetenschappers in tijdelijke dienst hebben een goed salaris – zolang hun aanstelling duurt, natuurlijk. Wie de inflactiecorrectie echt nodig hebben, zijn de ondersteuners. Schaal 1 tot en met 9 van de universitaire functieniveaumatrix worden volledig gevuld door ondersteunende functies.

Mijn eigen universiteit kondigde deze week aan het onderscheid tussen ‘ondersteunend’ en ‘wetenschappelijk’ personeel op te heffen: vanaf nu heten wij allemaal ‘universiteitspersoneel’. Men denkt nog na over hoe dit meer dan een cosmetische aanpassing te laten zijn, zodat het voorheen-ondersteunend personeel zich ook daadwerkelijk meer gewaardeerd voelt. De oplossing lijkt me simpel: luister bij de komende cao-onderhandelingen naar de vakbond en zorg dat die waardering in de salarissen tot uiting komt.