Tijd voor actie, want het water staat ons aan de lippen

Verschenen in Trouw, 3 april 2021

De academie voert weer actie! Komende dinsdag, 6 april, protesteren we omdat er te weinig tijd en geld is voor goed onderwijs en onderzoek. Ik hoorde het en dacht: moet het echt?

Dat denk ik wel vaker, want na het eerste coronajaar spat de levenslust er hier thuis niet echt meer van af. Maar nu had ik een duidelijke reden: actiemoeheid.

Want we hebben al zoveel actiegevoerd. In september 2018 gaven we openluchtcolleges. In december 2018 stonden we met tweeduizend wetenschappers en studenten voor het ministerie van onderwijs. In maart 2019 staakten we. In september 2019 organiseerden we een alternatieve (‘de ware’) opening van het academisch jaar. In januari 2020 deden we aangifte bij de arbeidsinspectie. In september 2020 fietsten we de Tour of Academics. En tussendoor schreven we pamfletten en opiniestukken en columns en brieven aan iedereen die er over ging.

Elke keer met dezelfde boodschap: zo gaat het niet langer. Er is veel te veel werk voor veel te weinig mensen en dat leidt tot matig onderwijs, gebrek aan onderzoek en, nog veel erger, wegwerpwetenschappers die zich één voor één kapot werken. Dat moet anders.

Maar dat hebben we al zo vaak gezegd, dacht ik, dat wéét iedereen in Den Haag nou toch wel?

En toen las ik de ‘ambtelijke verkenning met beleidsopties voor groei’, waarin de ambtenaren van Economische Zaken opperden dat digitalisering de werkdruk in het hoger onderwijs zou kunnen verlagen. Het waren maar een paar zinnen, er waren grotere problemen met de verkenning, zoals de onderliggende gedachte dat het onderwijs er is om te economie te laten groeien, in plaats van andersom. Maar door die zinnen over digitalisering begreep ik dat er nog steeds ambtenaren zijn die geen idee hebben wat er aan de universiteiten gebeurt.

Bij EZ hadden ze bedacht dat docenten tijd kunnen besparen als collegevoorbereiding en nakijkwerk ‘door ICT wordt overgenomen’. Het lijkt me stug dat er ‘ICT’ bestaat die ervoor zorgt dat ik de artikelen en de boeken die ik met studenten bespreek, niet meer zelf hoef te lezen om te weten wat erin staat. Maar stel dat, zelfs dan lost het weinig op: het lukt mij meestal toch al niet mijn colleges goed voor te bereiden, dus veel tijdswinst is daar niet meer te boeken.

Wie denkt dat een handig digitaal nakijktooltje de oplossing is, ziet de omvang van het probleem niet. Het hoger onderwijs krijgt elk jaar een miljard euro minder dan nodig is om te doen wat het moet doen, liet minister Van Engelshoven onlangs aan de Kamer weten. Wetenschappers houden de universiteiten ondanks de onderfinanciering draaiende door een combinatie van overwerken en afraffelen. Dat moet anders. En dat hebben we blijkbaar nog niet vaak genoeg gezegd.

Dus: tijd voor actie. Omdat een actie alleen werkt als de media erover berichten, en omdat de media liever niet twee keer hetzelfde verhaal vertellen, moesten we weer iets nieuws verzinnen. Dat werd: het Normaal Academisch Peil. Want dat willen we graag, een normaal academisch peil, waarin academici gewoon 40 uur per week werken en onderwijs écht net zo belangrijk is als onderzoek. En dat hebben we nu niet, integendeel: het water staat ons aan de lippen.

Dus springen hoogleraren en universiteitsbestuurders dinsdag in de Hofvijver. Als het mag van de veiligheidsdiensten, tenminste. Normaal gesproken is dat niet zo, maar terwijl ik dit schrijf ziet het er steeds meer naar uit dat het Torentje dinsdag leegstaat, dus wie weet.

Toespraken, spandoeken, snorkels, zwemvliezen en duikbrillen zullen er sowieso zijn. Niet alleen in Den Haag, maar ook in alle universiteitssteden; overal zijn lokale acties.

Hier in Utrecht steken we op het Domplein ons hoofd in een emmer water. Echt zin heb ik er nog niet in. Maar dat het moet, daar twijfel ik niet meer aan.