Vaccins zijn niet ‘veilig’ of ‘onveilig’, ze hebben positieve en negatieve effecten

Verschenen in Trouw, 20 maart 2021

Is het AstraZeneca vaccin veilig? Ja, kopten onder andere de NOS en Trouw donderdagmiddag, na de persconferentie van de Europese Medicijnautoriteit, de EMA. Maar wie de bijbehorende artikelen las, zag dat het net iets genuanceerder lag.

De EMA heeft onderzoek gedaan naar gevallen van trombose die optraden na vaccinatie met het AstraZeneca-vaccin. Diverse landen, waaronder Nederland, waren na meldingen over die gevallen vorige week voorlopig gestopt met vaccineren met AstraZeneca. Uit dat onderzoek concludeerde de autoriteit dat het niet uit te sluiten is dat een zeer zeldzame combinatie van trombose en een tekort aan bloedplaatjes vaker voorkomt na vaccinatie – maar ook dat de voordelen van vaccinatie zelfs dan nog steeds ruimschoots opwegen tegen de mogelijke bijwerkingen. Het EMA-advies is dan ook: vooral blijven prikken.

Dat gaat Nederland ook doen. ­Minister De Jonge liet donderdagavond weten dat maandag alweer de eerste AstraZeneca-vaccinaties gezet zullen gaan worden. Want, benadrukte De Jonge, de EMA heeft laten zien dat het vaccin veilig is. Dat zal voor De Jonge trouwens geen nieuws geweest zijn, want vorige week, bij het ­besluit om ‘de pauzeknop in te drukken’, verklaarde hij al dat het vaccin veilig was.

Ongetwijfeld met de beste bedoelingen, om mensen gerust te stellen, maar het wekt wel verkeerde verwachtingen. Als we over vaccins praten als ‘veilig’ of ‘onveilig’ (en dat doen we vaak, ik ook), dan sug­gereren we dat er een duidelijke grens is tussen veilig en onveilig, dat we ook nog eens zeker kunnen weten waar die grens ligt.

Was het maar waar. Vaccins zijn niet ‘veilig’ of ‘onveilig’. Vaccins hebben positieve effecten (bescherming tegen ziekte) en negatieve (bijwerkingen). We gebruiken ze als we vinden dat de positieve effecten opwegen tegen de negatieve. Wanneer we zeggen ‘AstraZeneca is veilig’, bedoelen we: we vinden de bescherming die het lijkt te bieden tegen ­Covid-19 ruimschoots opwegen tegen het risico dat, zeg, een op de miljoen mensen trombose­ ­oploopt door de vaccinatie.

Het is belangrijk dat we die afweging zichtbaar maken. Wie dat niet doet, staat met de mond vol tanden als later blijkt dat het vaccin heel, heel, heel af en toe toch een serieuze, vervelende bijwerking heeft – want als er mensen dood van kunnen gaan, dan is het toch niet veilig? Wie vanaf het begin heeft uitgelegd dat we vaccineren omdat we een kosten-batenana­lyse hebben gemaakt waarin de baten hoger leken dan de kosten, hoeft niets uit te leggen als er toch nog een zeldzame, ernstige bijwerking opduikt.

Tenminste, als hij, of zij, ook heeft uitgelegd dat we die kosten-batenanalyse altijd maken op basis van onvolledige en onzekere kennis. Want ja, er is zorgvuldig onderzoek gedaan voordat de ­vaccins op de markt kwamen, maar nee, dat betekent niet dat we álles weten, en al helemaal niet dat we dat zéker weten.

Dat zie je nu de vaccins op ­grote schaal worden ingezet. ­Onze kennis over werkzaamheid en bijwerkingen wordt steeds aangepast. Soms zit het behoorlijk mee: in Schotland bleek dat het AstraZeneca-vaccin ouderen heel goed lijkt te beschermen ­tegen een ernstig verloop van ­Covid-19 – iets waar eerder nog zo veel twijfels over waren dat veel landen besloten AstraZeneca niet te gebruiken bij ouderen. Soms zit het een beetje tegen: van de ruim twintig miljoen mensen die een AstraZeneca-vaccin ontvingen, kregen er vijfentwintig een zeldzame vorm van trombose, en we kunnen niet uitsluiten dat er een verband is tussen het een en het ander.

We krijgen vast nog een paar van dat soort tegenvallers. Roepen dat het vaccin veilig is, helpt daar niet tegen. Erkennen dat vaccineren een risicoafweging is op basis van onzekere kennis, ook niet. Maar open zijn over die afweging helpt mensen wel om, ­ondanks die tegenvallers, vertrouwen in het vaccin te houden.