Vrouwen zijn precies als mensen

Verschenen in Trouw, 30 maart 2019

Wat de CPNB kan, kunnen wij ook, dachten ze bij de boekwinkel bij mij om de hoek. Vier lezingen organiseerden ze in de Boekenweek; vier mannen kwamen er spreken. Frappant, vond ik, want het thema van de Boekenweek – moederschap; het zal u niet ontgaan zijn – leek me nu juist een ‘familieachtig ding’. En het zijn de ‘meer familieachtige dingen’ waar vrouwen zich graag mee bezig houden, hoorde ik in een oud interview van een van onze politiek strijders – en hij leest Hegel, dus hij zal het wel weten.


Zelf heb ik geen tijd voor Duitse filosofie, want ik ben te druk met de boeken van Thé Tjong-Khing, Max Velthuijs en Jet Boeke. Af en toe, als het zo uitkomt, werk ik er ook nog een beetje bij, en dan onderzoek ik het liefst iets familieachtigs: de geschiedenis van de geboortezorg. Hoe hielpen artsen en vroedvrouwen rond 1900 baby’s de wereld in, en hoe veranderde dat in de loop van de twintigste eeuw?


Je zou kunnen denken dat die veranderingen vooral voortkwamen uit ontwikkelingen in de medische wetenschap, maar nee. Medische kennis bepaalt maar deels wat er gebeurt aan het kraambed. Nederlandse en Belgische artsen leren hetzelfde, maar in België blijven vrouwen na een normale bevalling makkelijk vier dagen in het ziekenhuis; in Nederland is dat eerder vier uur – als de bevalling überhaupt al in het ziekenhuis was.
Hoe komt dat? Allereerst doordat medische kennis zelden absoluut is. Veel dingen weten medici niet helemaal zeker, en sommige dingen weten ze zeker helemaal niet. Dus kun je je beslissingen als arts nooit alleen op medische kennis baseren.


Maar ook als je als medicus wel zeker weet hoe het moet, betekent dat niet dat het ook zo gebeurt. Artsen werken met patiënten, en die patiënten doen lang niet altijd wat ze gezegd wordt. Begin twintigste eeuw was de eigen wil van zwangere vrouwen een bron van frustratie voor Nederlandse vroedvrouwen en artsen, die zichzelf zagen als de experts op het gebied van bevallen.


Sommige zwangeren accepteerden hun expertise, en deden netjes wat ze gezegd werd. Maar veel zwangeren dachten daar anders over, en luisterden liever naar hun moeder, de buurvrouw of de baker (de kraamzorg, die in de ogen van medici zoveel onzin vertelde dat het spreekwoordelijk werd, vandaar ‘bakerpraatjes’). Een jonge arts schreef over pas bevallen moeders: “Je moet voortdurend advies geven – en weet zeker dat ze meestal toch de raad niet opvolgen, inzonderheid geen enkel zoogadvies! Daarin vertrouwen ze de baker meer.”


Ook waren er zwangeren die naar niemand luisterden en gewoon deden waar ze zelf zin in hadden. Vrouwen met een nauw of asymmetrisch bekken (vaak het gevolg van de Engelse ziekte), werd wel aangeraden dieet te houden, zodat het kind klein zou blijven en er makkelijk uit zou komen. Regelmatig negeerde de vrouw in kwestie dat advies, bijvoorbeeld, zoals een patiënte uit Joure in 1902 verklaarde, omdat ze veel te veel van aardappels hield.


Andere vrouwen eisten juist behandeling terwijl de arts of vroedvrouw dat niet nodig vond. Een Haagse zwangere had in 1899 veel last van buikkrampen. Voorweeën, volgens haar vroedvrouw, die rustig afwachten adviseerde. Daar kreeg de zwangere na een dag of twee genoeg van, en ze eiste opname in het ziekenhuis. Onzin, volgens de vroedvrouw, maar die gaf de eis wél door aan de huisarts, en hij schreef onmiddellijk een verwijsbrief. De vrouw kwam in het ziekenhuis, ook al vonden de medici dat onnodig.
Als je wilt begrijpen hoe geboortezorg zich heeft ontwikkeld, kom je niet ver als je alleen medische theorieën bestudeert. Uiteindelijk bepalen de patiënten wat er in de praktijk met medische kennis gebeurt. De geschiedenis leert ons dat barende vrouwen zich soms wel, en soms niet door medische experts (m/v) laten vertellen wat ze moeten doen of laten. Oftewel, om er, in navolging van moederschaps-kenner Aaf Brandt Corstius, ook eens een uil bij te halen: vrouwen zijn precies als mensen. Met dezelfde mensenwensen. En dezelfde mensenstreken.


Een inzicht dat misschien ook buiten de geschiedenis van de geboortezorg toepasbaar is.